Wij helpen u graag. Neem contact op :

020-7737274

Prinsjesdag

BELASTING WIJZIGINGEN IN NEDERLAND PER 1 JANUARI 2024

 

Per 1 januari 2024 vinden zoals elk jaar weer diverse fiscale wijzingen plaats, welke op Prinsjesdag aangekondigd zijn. Wij hebben de belangrijkste voorstellen voor u op een rij gezet.

 

ONDERNEMERS IN DE INKOMSTENBELASTING

 

Afbouw zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd en gaat van € 5.030 in 2023 naar uiteindelijk

€ 900 in 2027. In 2024 bedraagt de aftrek € 3.750.

 

Verlaging MKB-winstvrijstelling

De MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% naar 12,7%. Deze verlaging van de winst die vrijgesteld is van belasting en de afbouw van de zelfstandigenaftrek zorgen ervoor dat het MKB effectief meer belasting verschuldigd zal zijn.

 

Afschrijvingsbeperking gebouwen in eigen gebruik tot 100% WOZ-waarde

Voor ondernemers in de inkomstenbelasting wordt de bodemwaarde voor afschrijvingen van gebouwen in eigen gebruik gesteld op 100% van de WOZ-waarde. Dit was 50%.

Deze 100% gold al voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting.

 

Energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) verlengd

De EIA, MIA en VAMIL worden verlengd tot 1 januari 2029. Zonder deze verlenging zouden deze maatregelen per 1 januari 2024 stoppen. Het aftrekpercentage van de EIA wordt vanaf 2024 wel structureel verlaagd van 45,5% naar 40%.

ONDERNEMERS IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

 

Tarief vennootschapsbelasting (B.V.’s)

Het kabinet gaat voor het eerst sinds jaren het tarief voor de vennootschapsbelasting niet aanpassen. Hierdoor zal de tariefopbouw zoals deze ook dit jaar geldt, volgend van toepassing zijn. Schematisch ziet de tariefopbouw in de vennootschapsbelasting er als volgt uit:

 

   Belastbaar bedrag Tarief Belastbaar bedrag Tarief
2023 en verder € 0 – € 200.000 19,0% € 200.000 en meer 25,8%

 

 

 

 

Afschaffing aftrek giften door vennootschap

De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting komt geheel te vervallen. Dit hangt samen met het voorstel dat giften door een vennootschap aan een ANBI niet meer als uitdeling aan de aanmerkelijkbelanghouder worden aangemerkt. Ook hoeft dan geen dividendbelasting te worden ingehouden, omdat de uitdeling niet als opbrengst van de aanmerkelijkbelanghouder wordt aangemerkt voor de dividendbelasting.

 

WERKGEVERS / LOONBELASTING

 

Verhoging werkkostenregeling
Werkgevers kunnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling benutten om onbelast zaken te vergoeden en te verstrekken aan hun werknemers. Op dit moment bedraagt de vrije ruimte voor elke werkgever 3% van de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% van het meerdere. Vanaf 1 januari 2024 wordt dit verlaagd naar 1,92% over de eerste € 400.000 van de loonsom. Voor het restant van de loonsom blijft de werkkostenregeling 1,18%.

 

Onbelaste reiskostenvergoeding

Een werkgever mag zijn werknemers voor zakelijke kilometers (incl. woon-werkverkeer) een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,21 per kilometer betalen. Per 2024 wordt de onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd naar € 0,23 per kilometer. Dat is één cent hoger dan vorig jaar was aangekondigd in het Belastingplan 2023. De verhogingen gelden ook voor de inkomstenbelasting, zodat ook ondernemers, resultaatgenieters, e.d. ervan kunnen profiteren.

 

Vereenvoudiging vrijstelling OV-abonnement
De huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van OV-abonnementen door werkgevers worden vervangen door één vrijstelling. Deze vrijstelling leidt ertoe dat bij elke Ov-kaart die wordt aangeboden geen belasting verschuldigd is, mits de werknemer de Ov-kaart ook voor zakelijke reizen gebruikt.

 

Minimumloon per uur voor alle werknemers

Vanaf 1 januari 2024 is de werkgever verplicht om werknemers per uur minimaal het minimumuurloon te betalen. Er geldt altijd 1 vast minimumuurloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder voor welk bedrijf dan ook. Voor werknemers onder 21 jaar gelden vanaf 1 januari 2024 vaste minimumjeugdlonen per uur. Deze minimumjeugduurlonen zijn afgeleid van het wettelijk minimumuurloon. Net als in 2023.

 

 

INKOMSTENBELASTING (Particulieren & ondernemers)

 

Afschaffing betalingskorting bij voorlopige aanslagen inkomstenbelasting

De betalingskorting voor het in één keer in zijn geheel betalen van bepaalde voorlopige aanslagen inkomstenbelasting, wordt afgeschaft.

 

 

BOX 2

 

Twee tariefschijven in box 2 (vanaf 2024!)
Box 2 belast inkomen uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden voor een DGA uit de B.V. wordt dit jaar belast tegen 26,9%. Vanaf 2024 komen er twee belastingschijven in het box 2-tarief. Het tarief wordt progressief. Het voorstel is als volgt:

 

  Bel.ink. meer dan (€) maar niet meer dan (€) Tarief 2024 (%)
Laag tarief   67.000 24,50%
Hoog tarief 67.000   31,00%

 

BOX 3

 

Tarief

Vanaf 2024 geldt een Box 3-tarief van 34%, 2% meer dan het huidige tarief.

 

Geen indexatie heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrije vermogen wordt voor het eerst sinds lange tijd niet verhoogd in 2024. Voor de individuele belastingplichtige blijft dit vermogen dus € 57.000 en voor partners € 114.000.

 

Defiscaliseren onderlinge vorderingen en schulden box 3 

Vorderingen en schulden tussen fiscale partners – bijvoorbeeld in het kader van een jaarlijks verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden – en tussen ouder en minderjarige kinderen worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Deze vorderingen en schulden hoeven niet meer in de aangifte inkomstenbelasting te worden vermeld.

 

VvE-aandeel en derdenrekening in box 3 als banktegoeden 

Het aandeel in het vermogen van een VvE of vermogen op een derdengeldenrekening van een notaris of gerechtsdeurwaarder wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 onder de categorie banktegoeden gebracht. Deze categorie past beter bij deze vermogensbestanddelen. Dit betekent dat hierop het lagere forfaitaire rendement voor banktegoeden wordt berekend.

 

Overzicht rendementsgrondslag box 3

In de berekening van de rendementsgrondslag in box 3 wordt het voordeel uit sparen en beleggen gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Hierbij worden drie vermogenscategorieën onderscheiden: banktegoeden, schulden en overige bezittingen. Voor elke vermogenscategorie wordt een eigen forfaitair rendementspercentage voorgesteld dat zoveel mogelijk aansluit bij het werkelijk behaalde rendement.

 

Het meerjarenoverzicht van de rendementspercentages per categorie luidt als volgt:

 

  Banktegoeden (I) Overige bezittingen (II) Schulden

(III)

2019 0,08% 5,59% 3,00%
2020 0,04% 5,28% 2,74%
2021 0,01% 5,69% 2,46%
2022 0,00% 5,53% 2,28%

 

De percentages voor de categorieën over 2023 worden in de eerste twee maanden van 2024 bekendgemaakt.

 

In de toekomst (vanaf 2027) is het de bedoeling dat er in box 3 geheven wordt over het werkelijke rendement.

 

 

SCHENKBELASTING

 

De verhoogde schenkingsvrijstelling voor de Eigen Woning (jubelton) wordt afgeschaft

De verruimde schenkingsvrijstelling van € 28.947 (2023), bestemd om een eigen woning aan te schaffen of af te lossen op een eigenwoningschuld, vervalt per 2024.

 

Versobering bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

De vrijstelling in de Bedrijfsopvolgingsregeling wordt enerzijds verruimd en anderzijds versoberd. De vrijstelling zal 100% van de going concern-waarde van de onderneming bedragen tot € 1,5 miljoen (nu: ca. € 1,2 miljoen). Over het meerde zal 70% vrijgesteld worden, dit is nu nog 83%.

 

 

AUTO & MOBILITEIT

 

 

Verhogen vaste voet BPM

De vaste voet in de BPM wordt vanaf 2025 verhoogd met 200 euro. Met de extra opbrengst wil het kabinet de toename van emissievrije personenauto’s versnellen door de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te subsidiëren. Verder wordt het variabele deel (schijvenstelsel) in de BPM verhoogd conform het Belastingplan 2022.

 

Versobering bepaalde faciliteiten Motorrijtuigenbelasting (MRB)

Het kabinet stelt voor de MRB-faciliteiten voor kampeerauto’s (per 2026), paardenvervoer (per 2026) en oldtimers (per 2028) te versoberen. Kampeerauto’s zullen voor hetzelfde tarief belast gaan worden als personenauto’s. Oldtimers genieten alleen nog een voordeel in de vorm van een kwarttarief voor de MRB als deze ouder zijn dan 40 jaar.

 

OVERIGE MAATREGELEN

 

Accijnzen

Tabaksaccijns op sigaretten en rooktabak wordt per 1 april 2024 aanvullend verhoogd

De eerdere verlaging van de accijns op benzine en andere brandstof is per 1 juli 2023 voor de helft teruggedraaid en de tweede helft volgt per 1 januari 2024. Media geven echter aan dat een meerderheid van de Tweede Kamer zich uitspreekt tegen het afschaffen van de verlaging, omdat zij niet wil dat de accijns op brandstof weer toeneemt.

 

 

BELASTINGTARIEVEN EN HEFFINGSKORTINGEN

 

Belasting- en premietarieven 2023 2024
     
   
Tarieven inkomstenbelasting/premie volksverzekering In %  In %
Gecombineerd belastingtarief 1e schijf (onder AOW leeftijd) 36,93 36,97
Gecombineerd belastingtarief 2e schijf (onder AOW leeftijd) 49,50 49,50
 
Gecombineerd belastingtarief 1e schijf (boven AOW leeftijd) 19,03 19,07
Gecombineerd belastingtarief 2e schijf (boven AOW leeftijd) 36,93 36,97
Gecombineerd belastingtarief 3e schijf (boven AOW leeftijd) 49,50 49,50
     
   
Schijven en kortingen loon- en inkomstenheffing In €  In €
Einde 1e belastingschijf (geboren op of na 1-1-1946) 73.031 75.624
Einde 1e belastingschijf (geboren vóór 1-1-1946) 37.149 38.139
Einde 2e belastingschijf (geboren vóór 1-1-1946) 73.031 75.624
Maximum algemene heffingskorting 3.070 3.374
Afbouwpunt algemene heffingskorting 22.660 24.904
Maximum arbeidskorting 5.052 5.553
Afbouwpunt arbeidskorting 37.626 39.898
Maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting 2.694 2.961
Ouderenkorting 1.835 2.017
Alleenstaande-ouderenkorting 478 526

 

 

De cijfers 2024 kunnen nog wijzigen. Het eindejaarsbericht van Financiën bevat de definitieve cijfers. Indien u nog vragen heeft en/of meer informatie wenst naar aanleiding van deze notitie, dan zijn wij u natuurlijk graag van dienst.